Interview

Kees Huizinga, van Wageningen naar Oekraïne: boeren met visie

Kees Huizinga, een Wageningse landbouwtechneut, bouwde in Oekraïne een agrarisch imperium op. Hij is een trotse boer, vader en vechter voor Europese integratie. Oorlog, idealen en innovatie smelten samen in zijn levenswerk.

Studie Landbouwtechniek

Kees is geboren en getogen in Hellum, een klein dorp in Midden-Groningen. Ruim twintig jaar geleden emigreerde hij met zijn partner naar Oekraïne. Hij vertelt hier in vogelvlucht over zijn niet bepaald saaie levensloopbaan. Het begon allemaal met zijn keuze voor een studie in Wageningen. Kees: "Nadat ik mijn VWO-diploma gehaald had, was het voor mij logisch om door te stromen naar de universiteit. In 1993 koos ik voor Wageningen, de enige universiteit waar je echt iets met 'landbouw' kon doen. Van de drie landbouwstudies vond ik Tropische Landbouw niet bij mij passen en Landbouweconomie te theoretisch, dus werd het Landbouwtechniek. Die combinatie van landbouw en techniek was voor mij perfect; ik sleutelde al van jongs af aan aan brommers, crossauto’s en oude trekkers. Ik heb nooit spijt gehad van die keuze.

Tijdens mijn studie volgde ik later ook economie- en bedrijfskundevakken omdat ik vond, en nog steeds vind, dat een universitaire studie bijdraagt aan je oplossend vermogen. Wageningen gaf me een brede kijk op wat er mogelijk is en inzicht in verschillende aspecten van stalontwerp, machines, software, logistiek en de bedrijfsvoering van grote bedrijven. Hoeveel zaad of kunstmest je nodig hebt, leer je uiteindelijk toch pas in de praktijk.

Ik studeerde acht jaar in totaal, inclusief een bestuursjaar bij de studenten roeivereniging W.S.R. Argo. Vijf jaar roeide ik op behoorlijk hoog niveau; we trainden zo’n zeven tot tien keer per week. Die intensieve tijd heeft me vriendschappen opgeleverd die nog steeds hecht zijn, ik zie de jongens zelfs na meer dan 30 jaar nog regelmatig en het contact voelt altijd heel vertrouwd. Het zijn eigenlijk allemaal mensen waarmee je op een 'Wageningse' manier kunt praten, dat wil zeggen zonder al te veel poeha en andere flauwekul.

Via Rusland en Polen naar Oekraïne

Ik ben min of meer toevallig in Tsjerkassy in Oekraïne terechtgekomen. Tijdens mijn studie liep ik stage in Rusland, daarna werkte ik in Polen waar ik aardappels en bieten rooide. Begin 2000 maakte ik een agrarische rondreis door Oekraïne met een groep Nederlandse boeren. In 2002 werkte ik nog een half jaar in Rusland voor Agrifac; voor dat bedrijf heb ik bietenrooiers in het werk gesteld en garantiegevallen behandeld. Via via kwam ik toen in contact met mijn huidige zakenpartners, die net een bedrijf in Oekraïne waren begonnen. In het tweede jaar ben ik aangesloten, eerst als bedrijfsleider en inmiddels ook als aandeelhouder.

Bedrijf Kischenzi in Oekraïne

Het bedrijf ligt ongeveer 200 km ten zuiden van Kyiv en is als akkerbouwbedrijf begonnen. De helft van het land lag nog braak met 1 meter hoog onkruid erop. Dat land kon je toen voor weinig geld pachten, we betaalden €15 per hectare per jaar. Sindsdien is het bedrijf geleidelijk aan gegroeid, het is zelfs misschien een beetje uit de hand gelopen. Stapsgewijs breiden we het uit met varkens, koeien en groentes zoals uien en wortels. Dat creëert toegevoegde waarde, extra arbeidsplaatsen, extra belasting en dus inkomsten voor de staat waardoor wij ons kunnen verdedigen tegen Russische agressie.

Een eventuele vervolgstap is de verwerking van de melk tot kaas of andere zuivelproducten en eventueel ook verwerking of indroging van groente. Het mooiste zou zijn als we deze verwerkte producten kunnen exporteren want 80% van de akkerbouwproducten die Oekraïne produceert, zijn bestemd voor de export. Dat betekent dat er in het buitenland waarde aan toegevoegd wordt, maar dat kan beter in Oekraïne gebeuren.


Ik vind het prachtig om een bedrijf op te bouwen dat goed is voor de medewerkers, verpachters, omgeving en de staat. Natuurlijk moet het financieel kloppen, maar er is wereldwijd te veel focus op aandeelhouderswaarde. Er zijn ook andere waarden. Wat we samen bereikt hebben, zijn momenten die echt tellen.

Boeren in oorlogstijd

De oorlog bracht en brengt nog steeds veel spanning. We hebben meegemaakt dat een kruisraket over onze boerderij vloog, gevolgd door een enorme explosie van een munitiedepot twintig kilometer verderop. Inmiddels zijn we eraan gewend, helaas. Meer dan veertig medewerkers zijn al opgeroepen voor het leger, waarvan er inmiddels negen zijn omgekomen en drie worden vermist. Eén van hen zit vermoedelijk in krijgsgevangenschap. Dat raakt je diep, en heeft enorme impact op iedereen in ons bedrijf.

Economisch waren de eerste twee jaren van de oorlog lastig. Door de Russische blokkade konden we geen graan exporteren via de Zwarte Zeehavens. Alternatief transport over de weg of per trein was veel te duur. Gelukkig heeft Oekraïne inmiddels grote delen van de Russische Zwarte Zeevloot uitgeschakeld, waardoor het graanexportniveau nu weer bijna terug is op dat van vóór de oorlog. Dat is essentieel – voor ons boeren, maar ook voor stabiliteit op de wereldmarkt.

Integratie in Europa

Rusland probeert bewust angst en instabiliteit te zaaien in Europa. Als het fout gaat, zijn wij in Oekraïne de eersten die het voelen – maar daarna volgt Europa. Daarom is het cruciaal dat Oekraïne maximaal gesteund wordt, zeker nu de steun uit Amerika onder druk staat.

Europese kritiek op Oekraïense landbouw komt soms voort uit Russische propaganda. Trollenfabrieken verspreiden doelbewust desinformatie via sociale media. Wat vaak vergeten wordt: Oekraïne heeft zijn landbouwproductie in twintig jaar tijd meer dan vervijfvoudigd zonder landbouwsubsidies (in 2003 lag dit op ongeveer 20 miljoen ton, en vlak voor de oorlog begon nam dat toe naar meer dan 100 miljoen ton). En zolang het graan via de Zwarte Zeehavens wordt geëxporteerd, ondervindt Europa er geen hinder van. Landbouwsubsidie in de toekomst is dus ook niet nodig.

Ik geloof dat Oekraïne prima in Europa kan integreren; met een heldere visie en duidelijk lange termijnbeleid. Het land zette stappen richting een normaal geciviliseerd land, met jonge ambtenaren die echt iets willen veranderen. Democratie werkt er wél: er zijn sinds de onafhankelijkheid zes tot acht verschillende presidenten geweest. Dit in tegenstelling tot Rusland of Belarus waar al meer dan 20 jaar een dictator aan de macht is. Zo'n overgang vergt tijd maar die moeten we geven.

Gezin en Stichting De Leeuw Kyiv

In Wageningen ontmoette ik mijn vrouw Emmeke (WUR-Tropisch Landgebruik, 2004) bij Argo en Ceres. We hebben twee kinderen die hun lagere schooltijd in Oekraïne doorbrachten en nu in Nederland naar de middelbare school gaan. We reizen regelmatig heen en weer, al is dat sinds de oorlog een tijdrovend bezigheid. We moeten namelijk via Roemenië vliegen omdat er vanuit Oekraïne geen vliegtuigen meer vliegen in verband met de oorlog. In de winter ben ik vaker in Nederland, in het seizoen meer in Oekraïne. Tijdens vakanties komt het gezin mee. Voor de kinderen is Oekraïne ook echt een thuis. We doen daar ook kleine projecten: een tennisbaan aanleggen van beton, een paardenstal maken van een oude schuur en een ijshockeybaantje op het meer creëren (al wordt dat met klimaatverandering steeds lastiger).

Daarnaast zetten Emmeke en ik ons in via onze Stichting De Leeuw Kyiv. Samen met vier andere Nederlanders die hier al ruim twintig jaar wonen, leveren we humanitaire hulp en ondersteunen we het leger met generatoren, auto's en medische spullen.

In Wageningen: daar komt het altijd goed

Na al die jaren voel ik me nog steeds een trotse Wageninger en kom af en toe graag weer eens terug. Ik heb ook nog altijd veel contact met andere Wageningse afgestudeerden en vrienden. Laatst sprak ik familie van wie de kinderen nu in Wageningen studeren. De ouders maakten zich wat zorgen, zoals het hoort. Maar ik zei wat ik altijd zeg: in Wageningen komt het altijd goed."